Nederlands MediaNetwerk

Binnenlands Bestuur – debat over financiering uit Europa 2014 - 2020, d.d. 21 november in de Expo in Houten

Inleiders: Herman Geerdes (wethouder Economische Zaken in Houten), Lambert van Nistelrooij (Europarlementariër in Brussel), Norbert van den Hove (directeur Europese Structuurfondsen; Economische Zaken),  Fenna Beekmans (directeur Europa Decentraal), Margo Mulder (wethouder Heusden),  Vincent Ketelaars (ERAC), Robert Hartman (directeur ASML).

Inleiding

In dit debat, ingeleid door Eric de Kluis, hoofdredacteur van Binnenlands Bestuur en georganiseerd door Binnenlands Bestuur, draait het allemaal om het Europese subsidieprogramma 2014 – 2020. “Verbinding” is voorlopig het sleutelwoord in Brussel. En als de verbinding in je aanvraag zit voor subsidie of voor overheidssteun, moet je ermee rekening houden dat in de komende periode vooral thematische fondsen bronnen kunnen zijn van financiële middelen. Maar, zo drukt Robert Hartman zijn toehoorders op het hart: “Sjoemel niet met geld uit Brussel, met geld van de EU. Dan sta je al gauw voor de rest van je bestaan op een zwarte lijst.” Robert Hartman brengt de EU ook in praktijk: hij helpt medeondernemers bij hun subsidieaanvraag. Dat mogen zelfs concurrenten zijn. Gemeenten moeten hun hulp bij anderen zoeken. Die hebben met een héle andere manier van aanvragen te maken dan de ASML. Vincent Ketelaar brengt in dat momenteel een oproep gedaan wordt in het Brusselse minder te subsidiëren en meer te financieren. Hard wordt gewerkt aan het creëren van nieuwe instrumenten.

Elisabeth van den Hoogen gaf met haar leiding het debat juist die spirit die Europa nodig heeft. Soms was ze zelfs sneller dan het geluid bij de debaters in de zaal.

Een economisch sterke regio en Europese subsidies

Herman Geerdes merkt op dat de overheid niet een ontvanger is van subsidies maar de facilitator – de partij die het bedrijfsleven helpt aan subsidies en die daarmee innovatie mogelijk maakt. Hij vraagt: “Waarom zou een gemeente of regio die het economisch goed doet Europese subsidies willen om projecten te draaien?” En hij antwoordt: “juist om zich te kunnen blijven onderscheiden…” “En dat terwijl Europese subsidies soms bedoeld zijn om de verschillen tussen regio’s en lidstaten” …te verkleinen. “In dat geval”, zo zegt hij, “moeten andere kernwaarden weer een rol gaan spelen.” Hij doelt dan op de kernwaarden van het lokale. Van bijvoorbeeld de ligging of de lokale arbeidsmarkt. Hij zegt: “Eigenlijk moeten we in het Europese verband verschillen juist accepteren. Een krachtige regio is een belangrijke motor voor het land en daarmee een belangrijk onderdeel van een krachtig Europa. Daarom is het voor gemeenten en regio van belang om te weten wat Europese programma’s kunnen betekenen.” Hij hoopt in dit debat aanknopingspunten te vinden om zich te verbinden met Europa. Hij zoekt vanmiddag naar concrete kansen in het nieuwe programma.

Een subsidie aanvragen is hard werken

Niet voor niets zijn de sprekers inleiders. Ze geven samen hooguit enkele tips aan hun gehoor om een ingang te vinden in het Europese. Duidelijk wordt wel: die ene gouden sleutel moet de aanvrager steeds weer opnieuw zélf uitvinden. Daar kan deze verzameling inleidingen hooguit bij helpen. Subsidie aanvragen is een kwestie van hard werken. En de aanvrager moet op zijn minst een zekere liefde koesteren voor de bredere kaders waarin Nederland zijn plek heeft in Europa.

In de zaal zitten vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en vooral ook van gemeenten. Zij krijgen deze middag een lesje Europa. De aanwezigen vernemen op zijn minst de richting om tot een goede subsidieaanvraag te komen.

Robert Hartman en Vincent Ketelaars verwerpen als uit één hart de stelling dat het beter is om vriendjes te hebben in Brussel voor een succesvolle aanvraag. Van groter belang is te weten van wie in Brussel je de aandacht vraagt, dat je een open mindset hebt, je het juiste thema hebt gekozen en je in je project de samenwerking aangaat met een partner ergens anders in Europa.

In Houten wordt ook duidelijk: Brussel en Den Bosch zijn buurgemeenten in de Europese verhoudingen, afstanden zijn gemakkelijk te overbruggen en je staat nooit alleen wanneer je subsidie aanvraagt. En bovendien “buurten” is zo universeel als “buurten” eenmaal is, waar ook ter wereld. Dat doe je gewoon. Maar in het Europese doe je dat nooit onvoorbereid. Laat dat dan bij het aanvragen van subsidie het grote verschil zijn: de voorbereiding.

De Voorbereiding

Verleiding en valorisatie

Vincent Ketelaars spreekt over ‘verleiden’ en over ‘valorisatie’. Nu weet ik wel wat verleiden is, maar valorisatie zocht ik op. Dat ene woord staat voor een complex begrip: samenwerking van wetenschappers met bedrijven, maatschappelijke instellingen en onderzoeksorganisaties. Die samenwerking leidt dan tot innovatie, economische ontwikkeling en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. En “innovatie” is het tweede sleutelwoord in Brussel. Al met al vormt dit een aspect dat thuishoort in de voorbereiding. Het gaat daarbij om goed beslagen ten ijs komen, om de presentatie, en om het zichtbaar maken van je maatschappelijk bewustzijn, om empathie en om je betrokkenheid bij maatschappelijke processen. Maak je dat zichtbaar, wordt het aanvragen van subsidie duidelijk iets anders dan simpelweg je hand ophouden.

Vincent Ketelaars noemt de thema’s die in Brussel hot zijn: innovatie met de ondertitel valorisatie, duurzame energie, hernieuwbare energie, omgang met hulpbronnen (natuur, milieu, water, luchtkwaliteit) en de arbeidsmarkt. Daar liggen de kansen voor de toekomst. Hij noemt ook voorbeelden van kansrijke projecten.

De studiedag en de verbinding

Voor mij was de middag van de 21-ste november 2013 een studiedag. En uit de vragen die ik hoorde van anderen, begreep ik dat ik niet de enige was. 

Studeren houdt de diversiteit van mijn soort (verslaglegger) in stand, zo dacht ik. Want ik begreep dat we, om maar een voorbeeld te noemen, het niet zo goed doen als het gaat om de biodiversiteit in de stand van de mieren. Omdat we op dat gebied in Nederland de aansluiting missen, vertrekt de zwarte bosmier nu al naar Duitsland. Dat klinkt paradoxaal, maar daarvoor moeten we meer weten van die zwarte bosmier.

Om u als lezer te laten meeleven met mijn studiedag, geef ik u hierna in vogelvlucht relevante begrippen die over mijn medestudenten werden uitgestrooid met zo hier en daar de verbinding naar naslagwerk. Dan kunt u na het lezen van mijn verslag ook een beetje meepraten over het zoeken van aansluiting met Europa.

Het maatschappelijk middenveld in Brussel goed vertegenwoordigd

Lambert van Nistelrooij spreekt vanuit Brussel. Hij staat op het projectiescherm en spreekt ons life and kicking toe via een directe telefoonverbinding. Hij bewijst dat afstanden in Europa overbrugbaar zijn met minimaal de stand van de techniek. De Europarlementariër met een bijzondere interesse voor het maatschappelijk middenveld, heeft tot zijn spijt op het moment van het debat, verplichtingen in het Brusselse. Zijn bijdrage in Houten is er niet minder om.

Hij maakt zich hard voor een samenhangend investeringsfonds van 325 miljard euro voor innovatie, voor investeringen, en voor het creëren van meer banen en boekt daarmee succes. Het gaat om vijf structuur- en investeringsfondsen. De hervorming van fondsen omvat een derde deel van de EU-begroting van 2014 – 2020. Het is gelukt de fondsen meer te richten op kennis, slimmere en groenere activiteiten in Europa, en het scheppen van en het opleiden voor banen. Brussel stapt over van subsidies naar garantstellingen en naar leningen. In grote delen van Europa zullen daarmee de banken weer bereid zijn investeringen te doen in bedrijven en in samenwerkingsconsortia tussen het onderwijs en het bedrijfsleven.

Vanaf 2014 kunnen in de regio’s overal in Europa ongeveer 15% van de fondsen worden gebruikt voor samenwerking- en grensoverschrijdende activiteiten met regiopartners en regiobedrijven met als doel kennis en innovatie te stimuleren en te vergroten. Die aanpak heet in Brussel: De Slimme Specialisatie. Ontwikkelingen in diverse delen van Europa worden daarin met elkaar gecombineerd om de ontwikkelingen in het Europese te versnellen. Het gaat daarbij om producten onder het label “Made in Europe”. Als voorbeelden van dergelijke slimme specialisaties in Nederland noemt hij: Automotive Campus in Helmond, Brainport in Eindhoven, watertechniek in Leeuwarden. Hij attendeert zijn gehoor op zijn boek “Voor Groen Groei en Banen”. Daarin legt hij uit hoe de slimme specialisatie werkt. Hij noemt zijn boek een “unieke kans voor bestuurders” om “hun mogelijkheden te onderzoeken”.

Studenten kunnen in dit kader naar andere dan Nederlandse campussen. Ze nemen het geld mee uit de Europese fondsen.

Europa gaat er strenger op toezien dat de lidstaten zich houden aan de afspraken.

De kernbegrippen, van waarde voor het schrijven van de effectieve aanvraag

Margot Mulder spreekt over de inclusieve arbeidsmarkt en economie, over inclusief ondernemerschap, over het herstellen van verbroken verbindingen, de kennisinstellingen, niet het geld als leidraad maar het eigen beleid van de regio, over participatie en samenwerking, grensoverschrijdend, en over het subsidieprogramma Horizon 2020. Norbert van den Hove licht tipjes van de sluier op die nog over het Europees denken liggen bij het ministerie van Economische Zaken. Ton Overmeire spreekt onder meer over Revolverende fondsen en over Efro-geld. Vincent Ketelaars roept zijn gehoor op zich te verdiepen in de wereld van Europa, hij noemt de pop2 regeling en spreekt over voorbeelden van projecten die zonder subsidie uit Europa er niet zouden zijn gekomen. Verder noemt hij enkele voorbeelden van succesrijke doelstellingen, zoals het creëren van duurzame verlichting in je gemeente. Ook legt hij uit wat de inclusieve samenleving inhoudt: dan is iedereen betrokken bij maatschappelijke processen. Hij deelt mee dat binnen innovatie momenteel de stap wordt gezet naar meer valorisatie en naar nieuwe producten in de winkel. De Europese deur gaat open wanneer de aanvrager er in slaagt maatschappelijke vraagstukken op te lossen. En tenslotte spreekt Robert Hartman onder meer over do’s en don’ts in Brussel.

Conclusie

Het is een ervaringsfeit dat kleine gemeenten in het aanvragen van Europese subsidie minder succesvol zijn dan grote. Het is ook een feit dat je geen kantoor hoeft te houden in Brussel om als aanvrager te slagen. Ook is het zeker dat het aanvragen van subsidie arbeidsintensief is. De aanwezigen in de zaal vernemen dat het Dalfsen toch is gelukt om 4 miljoen euro landbouwsubsidie in de wacht te slepen en het opzetten en het faciliteren van een studierichting aan de universiteit Twente, blijkt goed te zijn voor meer dan 40 miljoen euro.

Duidelijk is vanmiddag geworden dat met een grenzenloze energie iedere potentieel rechthebbende zal moeten doorgaan met het aanvragen van subsidie. En dan niet alleen om uit Europa te halen wat we als Nederland er in gestopt hebben, maar zeker ook om aan bestuurlijke betrokkenheid bij maatschappelijke ontwikkelingen een Europese dimensie te geven en om zo zelf weer blijvend gestimuleerd te worden vooral door te gaan met innoveren.

Weergaven: 164

Opmerking

Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk

Interviews

Nieuwsbrief


Nieuwsbrief


Meld je aan voor de nieuwsbrief! Iedere dinsdag het nieuwste media nieuws, de scherpste communicatie columns en de beste vacatures in jouw inbox

Naam:
Email addres:

 

Bestaande en nieuwe leden krijgen de nieuwsbrief automatisch toegestuurd (opt-out)


Klik hier voor de meest recente nieuwsbrief

 

 

Stuur ons uw persberichten!

Het Nederlands MediaNetwerk ontvangt graag uw - voor media- en communicatie professionals relevante - persberichten! Stuur ze naar

info@nederlandsmedianieuws.nl

Afzenders van persberichten ontvangen automatisch het wekelijkse online magazine Nederlands MediaNieuws

Columns


Badge

Bezig met laden...

© 2024   Gemaakt door Bas Vlugt.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden